Dat een artikel over ICT en onderwijs me nog altijd boeit, is nogal wiedes: dus komt dit onderwerp in mijn blog binnensluipen. Is daar nu iemand die zegt dat een groot deel van mijn loopbaan in het onderwijs eigenlijk allemaal boter aan de galg was, of zelfs meer: dat ik onze kinderen en jongeren de verkeerde instrumenten heb aangereikt!
Integendeel, in heel mijn ICT-periode heb ik altijd gepleit voor een zinvol gebruik van ICT. Ik heb het boek van Carr (nog) niet gelezen, enkel het interview. Maar ik volg de auteur in zijn pleidooi om kritisch te zijn en te blijven t.o.v. het gebruik van de computer in het onderwijs.
Dus best geen computers in de klas?
‘Scholen en ouders waren er heel erg op uit om technologie in te voeren in het onderwijs. Want technologie is slim, en hoe meer technologie de school heeft, hoe beter die school is. Maar er zijn weinig bewijzen dat dat een positief effect heeft. Onderzoek wijst eerder op dat probleem van cognitieve overload. Als je kinderen te veel informatie geeft, onthouden en begrijpen ze minder. Ik zeg niet dat we computers uit de school moeten bannen, maar het onderwijs moet wel een plek zijn waar kinderen even aan die technologie kunnen ontsnappen.’
Hier ben in het niet mee eens: de auteur heeft naar mijn gevoel niet veel voeling met het (Vlaams) onderwijs, anders zou hij weten dat de computer niet alleen wordt gebruikt om feitjes op te zoeken. Ik heb er in mijn artikels op gewezen dat leerkrachten de plicht hebben om de jongeren te begeleiden, en de computer ook aan te wenden als bij voorbeeld oefen- en drilmachine. Ik geef deze weg aan in ‘Bronnen selecteren op internet’. (zie de Blogroll). Er is een verschil tussen een plek zonder die technologie en het leren gebruiken van de technologie. Bovendien mag de auteur gerust zijn: er zijn nog heel veel plekken zonder computer in onze scholen!
Wat kunnen we nog doen om te zorgen dat onze kinderen ook lineair leren denken? Moeten we zorgen dat ze boeken lezen?
‘Ja, dat denk ik wel. Het is belangrijk dat kinderen de kans krijgen om hun hersenen te gebruiken op alle manieren. Dat betekent ze aanmoedigen om boeken te lezen. En om soms alleen te zijn, niet altijd bloot te staan aan die constante stimulatie. Ze hebben een brede mix van ervaringen nodig.’
Ik heb ook altijd een pleidooi gehouden om niet te overdrijven en niet alles kritiekloos te slikken als het op ICT aankomt. De twee moeten naast elkaar bestaan: er is nog altijd het verwijt dat we te lineair onderwijs verstrekken, dus mag Carr hier ook heel gerust zijn: ook al is het internet flitsend, zijn de geesten het multitasking gewoon, er wordt nog veel tijd gestoken in minder oppervlakkig verwerken. Laat het dan maar als saai omschreven worden door de op sensatie beluste leerlingen, leerkrachten eisen nog altijd een zeker vorm van discipline om de leerstof te verwerken.
Nicholas Carr in ‘De Standaard’ (9 maart 2011) geïnterviewd door Dominique Deckmyn.
‘Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan met internet’ van Nicholas Carr is uitgegeven door Maven Publishing, Amsterdam.