Prof. Piet Thomas brengt in Kulak-tentoonstelling een totaalbeeld van schrijven
Streuvels: niet enkel lijdend voorwerp
Op maandag 26 februari wordt om 20 uur in de hal van het faculteitsgebouw Letteren en Wijsbegeerte van Kulak de tentoonstelling ’Streuvels in Woord en Beeld’ officieel opgesteld. Prof. Dr. Marcel Janssens leidt in. Deze tentoonstelling kadert in een aantal activiteiten die rond ’25 jaar Kulak Kortrijk’ werden en worden op het touw gezet. Meteen daalt de universiteit wat af van haar katheder en zet de stap naar Jan Publiek. Hiermee wil de Kulak dan ook haar culturele uitstraling naar de hele bevolking toe waar maken. Wat al meteen pleit voor de opzet van deze tentoonstelling : een breed beeld opzetten, een raam opentrekken op het werk en het leven van ’onze’ schrijver par excellence: Stijn Streuvels. Verantwoordelijk voor deze overzichtstentoonstelling is Professor Dr. Piet Thomas, gewoon hoogleraar aan de Kulak, met wie we een boeiend gesprek hadden over doelstellingen en realisatie van dit gebeuren. Laat deze bijdrage een aanvulling zijn, meer dan een belangrijke voetnoot bij het vroeger al verschenen interview met de professor in deze krant.
Ten Huize van Professor Piel Thomas aan de rand van Bellegembos, maar op veilige afstand van de drukke Doornikseweg, en op een ruime steenworp van de Kulak, is de adem van de boeken te snuiven. Boom en boek, zo dichtbij hebben wij het nog nooit meegemaakt. Muren vol boeken, miljoenen met liefde en zorg bij elkaar geharkte woorden als vertakkingen van de menselijke geest, als door de wind afgewaaide bladeren van de boom, die boeiende menselijke stam. Prof. Piet Thomas lééft tussen de personages van al die boeken – en kan dus niet eenzaam zijn – en wat wil je, waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.
De tentoonstelling is dan ook het logische verlengstuk van deze jarenlange bijna verslavende drang naar de gedrukte letter, deze aanzet om te communiceren. Als klein jongetjes herinnert de professor zich nog exact de geur van inpakpapier en grof touw waarmee de wol verpakt werd die bij hem thuis verhandeld werd. Tijdens de verkoopgesprekken in de winkel bleef de jonge knaap ondergedoken onder de toonbank, zich tegoed doend aan de lectuur van elk boek dat hij maar onder handen kon krijgen, levend in zijn eigen boekenwereld. Ervaringen uit de kinderjaren die als blijvende parfum aan je hele wezen blijft kleven. Luisteren naar de professor is de geur van boeken snuiven. Maar achter de boeken: steeds de mens.
Streuvels mythes
Dat Stijn Streuvels dé uitverkozen figuur was om te betrekken in het feestjaar ’25 jaar Kulak’, lag voor de hand. Professor Thomas : „Stijn Streuvels is twintig jaar geleden overleden (N.v.d.r. : op 15 augustus is het wel al 21 jaar). Hij kreeg in 1962 de Prijs der Nederlandse letteren, waarmee hij de rechtmatige erkenning kreeg. Hij is dus een van de grootste schrijvers van het Kortrijkse. Streuvels wordt nog altijd gelezen, maar wellicht kan een tentoonstelling als deze Streuvels als auteur en het Lijsternest als oriënteringspunt weer in de belangstelling brengen.”
Professor Thomas ziet literatuur echter nooit los van het multidisciplinaire in de kunst – dat bewees hij o.m. met publicaties en tentoonstellingen waarbij naast het woord ook telkens het beeld niet alleen als illustratie, maar als onmisbaar medium tot communicatie belangwekkende gegevens aanbrengt. De tentoonstelling heet dan ook uitdrukkelijk ’Streuvels in Woord en Beeld’. Het leuke hierbij is dat Streuvels niet alleen ‘optreedt’ als ‘lijdend voorwerp’ maar ook en vooral als fotograaf! Professor Thomas: „Over Streuvels zijn de loop van de jaren nogal wat mythes ontstaan. Uit onderzoek en getuigenissen is gebleken dat hij niet die gesloten, vrij agressieve, norse man was zoals hij nogal vaak wordt voorgesteld. Wat wel waar is, is dat hij zijn privacy afschermde, dat hij het niet moest hebben van oppervlakkige contacten, indringers die ongevraagd zijn vensters binnen gluurden en een blik op te vangen van dat ‘fenomeen’. Uit fotomateriaal en getuigenissen blijkt overduidelijk dat Streuvels nood had aan heuse vriendschap, dat hij zelf contacten legde met de mensen die hij in zijn kring wilde opnemen. Maar Streuvels kéék in de eerste plaats zélf, door zijn ook al even gekend venster op de wereld.
Jonge vrouwen
Streuvels’ fotoapparaat, zijn Leica, was voor hem als het ware zijn periscoop, het cinemascopisch oog vanuit dat legendarische venster – overigens niet zo breed zoals nogal wat mensen het zich voorstellen. Het is gebleken dat Streuvels bepaalde foto’s nam van figuren die in zijn werk een rol zouden spelen, een soort ‘voorstudies’ dus. Maar ook de voortreffelijke ‘kiekjes’ die Streuvels nam van jonge vrouwen, tonen hem als een fotograaf die dit medium bewust als esthetiserend instrument en hulpmiddel aanwendde bij het tot stand komen van zijn literair werk. Als natuurfotograaf hanteerde hij met kennis van zaken de camera, maar ook als de koele observator, waarmee hij zowat de persfotograaf avant la lettre werd, stelde hij een bont beeld samen, weze het nog in zwart-wit, van de hem omringende wereld. Of Streuvels zelf over een donkere kamer beschikte, is nog onduidelijk. Dit deel van de tentoonstelling zal vermoedelijk een nieuwe of minstens een bredere kijk bieden op de wat enge kijk op de figuur Streuvels die we ons hebben toegemeten. Meteen is duidelijk dat zowel specialisten als gewone geïnteresseerden zijn gading zal kunnen vinden, struinend tussen de vele documenten, eerste drukken, foto’s, begeleidende teksten, kunstwerken en dies meer.
Professor Thomas is dan ook dankbaar voor zoveel medewerking van de Provinciale Dienst voor Cultuur Brugge, het Archief en Museum van het Vlaamse Cultuurleven Antwerpen, het Museum en de Stadsbibliotheek, de plantsoendienst van de stad Kortrijk, het Rijksarchief, de uitgeverijen Lannoo en Manteau en de vele particulieren. Overigens wil de professor in samenwerking met de provinciale Dienst van Cultuur hiermee een nieuwe impuls geven aan de verdere uitbouw van het Lijsternest in Ingooigem, opdat het museum een nog grotere aantrekkingspool moge worden voor geïnteresseerde bezoekers, en een aanzet tot hernieuwde interesse voor het werk van Streuvels.
Deze tentoonstelling loopt nog tot en met 8 maart 1990, op werkdagen van 9 tot 18 uur en op zaterdag van 9 tot 17 uur. Informatie op dit nummer: (056) 21.79.31.
Geen dag zonder regel
Een deel van de tentoonstelling schetst via foto-, beeld- en tekstmateriaal het leven van Streuvels vanaf zijn geboorteplaats (°1878 Heule) via de stopplaatsen Avelgem, Kortrijk, Brugge, Ingooigem (1905-1969). Rond de centrale zin ’Geen dag zonder regel (tekst)’ zien we hoe Streuvels o.m. op het vlak van lay-out en druktechnieken ook zijn mondje kon roeren.
In een ander deel gaat de aandacht uit naar de secundaire literatuur, d.w.z. een keuze uit biografieën, beschouwingen, doctoraatswerken in het bijzonder van studenten uit de regio. o.m. zijn begeleidende rol die hij op zich had genomen om Toon Vander Plaetse in het voordrachtcircuit opnieuw te integreren, de toneelbewerkingen n.a.v. de Streuvelshulde door theater Antigone, de Stijn Streuvelsroute en uiteraard ook het Lijsternest zelf. Boeiende aangrijpingspunten naar de beeld-, schilder- en tekenkunst (o.m. Slabbinck). Maar eveneens inhakend op de beeldcultuur anno ’ 1990, resulterend in het vertonen van video-opnamen van het verfilmd werk van Streuvels. Ook de vrienden- en kennissenkring van deze grote schrijver (o.m. de vriendschappelijke relaties met de familie De Coene). wordt in deze tentoonstelling in woord en beeld geïntegreerd. (D.R.)
Dirk Rommens, in Het Kortrijks Handelsblad, februari 1990.
