Die schroevendraaier is niet van mij.
Ik weet het zeker. Hij is van mijn broer.
Het heeft geen zin om hem terug te geven.
Ik gebruik hem om de stopcontacten vast te zetten.
Die zijn na al die jaren wat losgekomen.
Telkens als ik een licht aan- of uitschakel zie ik mijn broer.
Hij installeerde alle schakelaars in de nieuwbouw.
Op alles zit sleet. Ook op verdriet, zeggen ze.
Ik denk het niet. Als hij die schroevendraaier ziet,
Zal hij zeggen: “Ach, ik was hem vergeten. Hou hem maar.”
Hij heeft hem niet meer nodig.
Hij is al lang dood.