feb19 door Dirk Rommens De tuin Door het venster zie ik ons lopen in de tuin, mijn broer en ik. de wereld van onze kinderjaren; in het spiegelbeeld kijkt moeder me tegemoet. Ze wenkt. Haar stem ademt onhoorbaar op het vensterglas. In haar ver gezicht herken ik een glimlach. In haar ziekbed zie ik haar zoekende ogen. Mijn kind van bijna vijftig. Ze tast en voelt mijn handen. Je bent zo groot geworden. Waar is je broer? Hij zorgt toch goed voor jou? Ze ziet ons spelen in de tuin. Ik zie ons samen vlinders vangen. Haar gezicht trekt wit: Waarom liet je je grote broer achter in de tuin? Share this:TwitterFacebookVind ik leuk:Like Laden... Gerelateerd