Bootvluchtelingen

topzwaar; naar de morgen geduwd
het schip van de hoop. visgebieden
omzeild, kusten in de holte van handen
gevangen. Maar geen vluchtgebied
zo oneindig als dagenlang drinken
uit lege bekers.

gelaten staren naar de uitgelopen
einders, mist verbergt niets, niets
nemen ze mee. angst drijft hen weg over
zeeën naar morgen en overmorgen.

schipbreukelingen op sleeptouw genomen

pulken aan uitgedroogde woorden
magen kantelen overboord de zilte smaak.

op de rand van de wanhoop
roept een verdwaalde vogel

in een vreemde taal.

Uit ‘De Morgen van het Wit Verdriet’
Yang Poëziereeks
Gent 1988

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s